Verdieping: Centrummanagement, wie is er niet groot mee geworden?

oktober 2021

We schrijven 1993. Eugène van Gerwen, tegenwoordig directielid van Stad & Co, is net afgestudeerd en schrijft voor het vakblad Recreatie & Toerisme een artikel over centrummanagement. Het onderwerp intrigeert hem. Gebiedsmanagement en publiek-private samenwerking staan nog volledig in de kinderschoenen, maar Eugène ziet grote mogelijkheden voor binnensteden. Een kleine dertig jaar later is zijn gelijk bewezen. Centrummanagement is vandaag de dag een niet meer weg te denken instrument bij het verbeteren van het functioneren van centrumgebieden.

Economische upgrade

Begin jaren negentig zijn veel Nederlandse binnensteden in feite woongebieden voor inwoners met weinig geld. De verblijfswaarde is laag als gevolg van leegstand, verpaupering, overlast en onveiligheid. Ook vestigen zich steeds meer retailers in het lage segment en fastfoodketens in (chique) winkelstraten die daardoor aan elan inboeten. Om de centrumgebieden weer economisch vitaal te maken en te versterken, worden hogere inkomensgroepen aangesproken, bijvoorbeeld met aantrekkelijke en dure appartementen. Centrummanagement en winkelstraatmanagement worden in de jaren erna steeds belangrijkere instrumenten in het herstructureren van binnensteden.

Sociale meerwaarde  

Richting de millenniumwisseling komen funshoppen en recreatief winkelen steeds meer op. Het horeca- en retailaanbod groeit jarenlang explosief. Het kenmerkt het begin van een tegenbeweging die langzaam in gang wordt gezet en anno nu vrijwel overal gemeengoed is: om binnensteden ook als plekken te zien waar sociale interactie plaatsvindt en waar mensen elkaar ontmoeten. Opnieuw is centrummanagement een krachtige versneller in het bijsturen en vitaliseren van stads- en dorpscentra. In 1993 schrijft Eugène nog dat centrummanagement vooral geschikt is voor gemeenten groter dan 50.000 inwoners. Inmiddels weten we dat grootte geen bepalende factor is. Ook in heel veel kleinere gemeenten doen centrummanagers uitstekend werk.

Multiterritoriaal

Wat ook anders blijkt dan in ’93 gedacht, is het belang van de publieke en vooral de culturele functies in de aantrekkelijkheid van centrumgebieden. Het gaat allang niet meer alleen om economische bedrijvigheid. De ‘integrale multiterritoriale aanpak’ die Eugène beschrijft, staat nog wel als een paal boven water. Sterker nog: integraal afwegen, denken en handelen is meer dan ooit de sleutel in heel veel hedendaagse binnenstedelijke transformatievraagstukken. De term ‘multiterritoriaal’ is vervangen door bottom-up en gebiedsgericht. Vrijwel ieder traject begint tegenwoordig met gesprekken met stakeholders en een gebiedsscan die helder maken wat er speelt en wat er nodig is. En voor welke aanpak het meeste draagvlak bestaat, als dé basisvoorwaarde voor een succesvolle uitvoering van acties en activiteiten. Een centrale visie en regie bieden iedereen richting en focus.

Gouden driehoek : triple helix

De ‘gouden driehoek’ van ondernemers, vastgoedeigenaren en gemeente in publiek-private samenwerkingsverbanden is ook geëvolueerd. De triple helix heeft zijn intrede gedaan, waarbij ondernemers, overheid en onderwijs samen de handen ineenslaan. Op steeds meer plaatsen ontwikkelen binnensteden zich tegenwoordig van een place to buy naar een place to be en een place to meet. In handen van de gezamenlijke stakeholders worden binnensteden weer gebieden met een economische én een sociale functie, met betekenisvolle plekken waar ‘mens en omgeving’ een prettige interactie met elkaar hebben. En opnieuw is centrummanagement het vliegwiel dat al deze bewegingen in gang zet en aan de praat houdt.

Versterken samenwerking winkelgebieden Eindhoven

In Eindhoven staat de triple helix aan de basis van een gezamenlijk project van het gemeentelijk team Transformatie Centrumgebieden, ondernemers en Fontys Hogescholen. De vraag is of er (beter) kan worden samengewerkt in de winkelgebieden Meerhoven, Geldropseweg, Kastelenplein en Aalsterweg. Stad & Co is gevraagd het project gestalte te geven. Als eerste stap hebben we contact gelegd met Fontys Hogeschool Eindhoven om een groep enthousiaste studenten te werven. Samen met de studenten hebben we vervolgens een bottom-up proces ontwikkeld. Zij onderzoeken tussen oktober 2021 en maart 2022 welke onderwerpen er spelen in de gebieden en wat de behoefte van ondernemers is aan samenwerking. Hiervoor zijn vragenlijsten opgesteld, is de gespreksvoering voorbereid en worden waar nodig (online) meetings met stakeholders georganiseerd. Een integrale analyse moet straks duidelijk maken wat de potentie is. Samen met de studenten formuleren we korte en bondige aanbevelingen voor een vervolg.

Ook in de uitvoering van de MKB-Deal wordt de triple helix toegepast. Fontys-studenten gaan een dag meelopen als gastheer of gastvrouw bij ondernemers in Eindhovense winkelgebieden. Na de meeloopdag krijgt iedere deelnemende ondernemer een maatwerk hospitality-advies van ‘zijn/haar student’.

Mensen maken de stad  

Bottom-up en gebiedsgericht (samen)werken – oftewel de ‘integrale multiterritoriale aanpak’ zoals Eugène hem beschreef in 1993 – is één van de belangrijkste pijlers in ieder traject dat Stad & Co uitvoert. We geloven in grondig analyseren en sturen altijd aan op een sterke verbinding tussen visie en uitvoering. Multistakeholdersamenwerkingen zijn vaak complex en vragen vanaf de start om kennis, kunde en vaardigheden. Het besef dat ‘mensen de stad maken’ groeit nog steeds. Stad & Co betrekt daarom áltijd zoveel mogelijk gebruikers bij de ontwikkeling van een gebied en bevordert een gezamenlijke uitvoering.

Meer weten?

Doorpraten over centrummanagement? Of behoefte aan ondersteuning in uw gebied? Bezoek dan de samenwerkende stad of stuur een mail naar Eugène van Gerwen van Stad & Co.

Triple helix samenwerking: MKB-deal

meer weten?

 

Eugène van Gerwen

oprichter en senior adviseur
mail mij     LinkedIn