Den Haag: Kijk op de keuzes in het Binnenstadsplan 2033
september 2023Spui, Lange Poten en Plein. Wie kent de Haagse Monopolystraten niet? Alle drie liggen ze in het historische stadscentrum. Maar, de hedendaagse binnenstad is veel meer dan dat. Onlangs presenteerde de publiek-private samenwerking binnenstad Den Haag haar nieuwste visie op de toekomst in het Binnenstadsplan Den Haag 2033.
De binnenstad van Den Haag zit vol (lands)geschiedenis, uitdagingen en contrasten. Deze typisch Haagse identiteit komt onder andere al jaren succesvol tot uitdrukking in verschillende sfeergebieden. Belangrijke vragen voor de toekomst van de binnenstad zijn hoe de binnenstad en haar sfeergebieden herkenbaarder, levendiger, klimaatbestendiger en meer verbonden kunnen worden.
Binnenstadsplan 2033
De antwoorden staan in het nieuwe Binnenstadsplan 2033, een visionaire coproductie van de gemeente, Stichting Binnenstad Den Haag en tientallen stadspartners. Die visie is beschreven in de vorm van tien uitgesproken keuzes die de komende jaren hun beslag krijgen. Op 29 augustus 2023 is het plan vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders. Als hierna ook de raad zich in het plan kan vinden, gaat het derde decennium publiek-privaat samenwerken in de Haagse binnenstad van start. Een unicum in Nederland.
Bekijk hier het concept Binnenstadsplein 2033
Kijken naar de keuzes
Rita van Hasselt, Bas Winkler en Eugène Sauren werkten mee aan de totstandkoming van het plan. Zij laten hun licht schijnen over de keuzes. Hoewel het een integrale toekomstvisie is, vroegen we welke onderwerpen er voor hen écht uitspringen.
– Keuze 3: ‘Contrasten als kracht’
Eugène Sauren: ‘Contrasten als kracht vind ik heel interessant. En typisch Haags. Onze identiteit ís rijk aan contrasten. Je ziet het in de binnenstad. Die bestaat uit sfeergebieden, elk met een eigen karakter. Sommige delen zijn statig, royaal, met chique grandeur. Ook is er ruimte voor mainstream shoppen. En we zijn net zo goed trots op de rauwere kanten, de ruimte voor makers. Den Haag is een van de meest gesegregeerde steden van Nederland. En in de binnenstad raken die uitersten elkaar. Aan elkaar geregen door het Binnenhof, de ziel van de stad.
Die verschillende identiteiten van de sfeergebieden zie je ook terug in de openbare ruimte. Dat zit veelal in details: op het Noordeinde zijn karakteristieke kroonvormige lichtarmaturen toegepast die het koninklijke karakter duiden. In Chinatown zijn met Chinese kaligrafie gedichten in de trottoirbanden verwerkt. Op passende wijze de contrasterende identiteit van het gebied laten zien, zonder dat de samenhang in de stad verloren gaat. Dus óók gebruik maken van herkenbare elementen en terugkerende materialen. Dat gebeurt nu dus ook al, maar het nieuwe binnenstadsplan gaat dat nog veel meer versterken.’
– Keuze 5: ‘Betaalbaar wonen en ondernemen’
Rita van Hasselt: ‘Wonen in de binnenstad is ontzettend duur. We moeten aandacht houden voor een gezonde mix. Als alles té duur wordt, verdwijnt het contrast. Dan is de binnenstad voor bijna niemand meer aantrekkelijk.
Dat geldt niet alleen voor woningen, maar ook voor winkelpanden. Als de prijs per vierkante meter te hoog wordt, verandert het winkelaanbod. Meer grote ketens, minder lokale ondernemers. En dat wil je niet: juist de unieke ondernemingen dragen bij aan een aantrekkelijke stad. Om de prijs niet op te drijven, moeten er genoeg vierkante meters winkelruimte in de markt blijven. Niet te veel winkelgebieden inperken en zo schaarste in goede winkelruimtes voorkomen.
En wat ook bij die keuze hoort, naar mijn idee, is dat het betaalbaar wonen en ondernemen moet zijn voor iedereen in de stad. We moeten goed omgaan met alle mensen. Ook de mensen die op straat zijn beland. Een voor iedereen toegankelijke opvang is dan ook onmisbaar.’
– Keuze 7: ‘De voetganger centraal’
Bas Winkler: ‘Mobiliteit is een belangrijk thema in de stad, zeker voor winkeliers en ondernemers. Alle ondernemers snappen dat er compromissen nodig zijn. Het is niet prettig winkelen als je van je sokken gefietst wordt, en met de auto naar de binnenstad is lang niet altijd nodig. Bovendien: kom je met de auto of kom je met de fiets? Voor veel ondernemers maakt het weinig verschil: in de laatste meters tot het pand ben je altijd voetganger.
De voetganger centraal stellen vind ik daarom belangrijk. En daarbij keuzes maken, regie nemen, mobiliteit faciliteren door de gemeente: dat vind ik een wezenlijk onderdeel van het plan.
Een plan als dit vraagt om goed geregisseerde uitvoering. Het is opgesteld met een brede betrokkenheid van ambtenaren. Die betrokkenheid is ook nodig voor het waarmaken van de visie, en het realiseren van de keuzes. Als er een riool vervangen moet worden, kies dan voor de groene optie – met gescheiden regenwateropvang. Dat zijn keuzes die je met het binnenstadsplan nu zó kunt onderbouwen. Alsjeblieft, hier is je draagvlak!’
– Keuze 8: ‘Een groene stad’
Van Hasselt: ‘Klimaatadaptatie is van groot belang. Voor het leefklimaat van bewoners, maar ook om aantrekkelijk te zijn voor bezoekers. Den Haag is al een groene stad, maar veel delen van de binnenstad zijn erg versteend. Dat zijn vaak plekken waar geen bomen kunnen groeien. Maar, dat betekent niet dat er geen oplossingen zijn om toch te vergroenen. Kies voor groene daken, en pas groene gevels toe. Een goede waterafvoer en het beperken van hittestress zijn uitdagingen voor de stad waar echt actie op ondernomen moet worden. En dat is meer dan een plantenbak plaatsen: dat is een andere manier van werken, een andere manier van met de stad omgaan.’
Sauren: ‘Ik trek de groene stad nog wat breder. Het gaat veelal om kwaliteitsverbetering in de openbare ruimte. Dat is ook sterk gerelateerd aan ‘de voetganger centraal’. Meer ruimte bieden voor langzaam verkeer. Aandacht voor klimaat, natuur, toekomstbestendigheid, duurzaamheid… alles heeft te maken met hoe je de openbare ruimte inricht. We gaan van winkelen naar verblijven en ontmoeten. Dat uit zich in de buitenruimte. De binnenstad fungeert als huiskamer voor ons allemaal. Dus iedereen moet zich daar thuis kunnen voelen en denken, die buitenruimte is ook bedoeld voor mij.’
Van Hasselt: ‘Daarbij, de binnenstad is een huiskamer voor iedereen: toegankelijkheid is daarbij een belangrijk onderdeel. Stoepen zonder obstakels en pleinen die vrij toegankelijk zijn. Ook op dat vlak kunnen we voor kwaliteitsverbetering zorgen.’
Keuzes zijn bepaald: nu is het aan de raad
Van Hasselt: ‘In het plan zit input van iedere partij. Ik verdedig de belangen van bewoners, maar: met balans. Het is echt een plan van ons samen.’
Winkler: ‘Het is een integraal plan. Dat vraagt dus om een integrale uitvoering. Het toepassen wordt nog een hele stap, zo reëel ben ik wel. Maar alles begint met samen duiden en een beeld vormen. Een visie neerleggen. Dat is nu gebeurd, en op een heel goede manier.’
Van Hasselt: ‘Ik moet ook eerst nog zien of het concept overeind blijft. Ik hoop van wel. Vooral omdat we hier met alle private partijen heel zorgvuldig aan hebben gewerkt. We staan er allemaal achter.’
Sauren: ‘Er ligt nu een gedragen binnenstadsplan dat van begin tot eind samen met mensen buiten het gemeentehuis gemaakt is. Integraler dan ooit. Dan moet er ook een vervolg komen. In mijn ogen kun je niet een plan met alle stakeholders maken, en dit vervolgens niet bekrachtigen.’
Meer weten over de totstandkoming van het plan en de samenwerking in de Haagse binnenstad? Lees ook het eerste deel uit de serie, ‘Binnenstadsplan is een cadeau aan de stad‘ en deel 3 in deze serie, ‘Werken aan nieuw binnenstadsmanagement’ over het Binnenstadsplan Den Haag.